Paul de Bont, een van de andere onderzoekers van de T.TIP studie, richte zich op patiënten met zowel een psychotische stoornis als PTSS. Hij vroeg zich af of deze patiëntengroep makkelijker en sneller in de dagelijkse klinische praktijk gedetecteerd kon worden, omdat de diagnose PTSS vaak gemist wordt bij mensen met psychose. Ook bekeek hij of de traumabehandeling misschien effect had op de andere, psychotische klachten.

De conclusie was ten eerste dat met behulp van een screener (de Trauma Screening Questionnaire, TSQ) en een gestandaardiseerd interview (het Klinisch Interview PTSS, KIP) de gigantische onderdiagnostiek (96% !) van PTSS patiënten in de psychosehulpverlening verminderd kon worden.

Afbeelding3

Ten tweede keek Paul de Bont naar het effect van traumabehandeling op bijkomende symptomen (depressie, psychose, e.d.). Er kwam naar voren dat EMDR en exposure voor PTSS in psychotische patiënten ook een gunstige werking hebben op overige symptomen: vooral op paranoïde gedachten, algehele psychotische en depressieve klachten. De effecten op stemmen horen en sociaal functioneren waren niet significant. Kortom: traumabehandeling bij mensen met psychose en PTSS is niet alleen nuttig voor de PTSS-klachten, maar ook voor de co-morbide klachten.