De relatie tussen slapeloosheid en achterdocht is inmiddels vrij duidelijk aangetoond. Maar hoe zit dat met hallucinaties?

Nu de relatie tussen slapeloosheid en achterdocht duidelijk is, worden er studies opgezet om te toetsen of het behandelen van slapeloosheid ook (de kans op) achterdocht verkleint. Over deze innovatieve studies berichtten wij eerder in onze nieuwsbrief en we zullen u daarover op de hoogte blijven houden. Misschien zou hetzelfde dus voor hallucinaties kunnen gelden. Iedereen die weleens een nacht wakker heeft gelegen, kan zich waarschijnlijk wel wat voorstellen bij deze relatie. Maar nu is het dus ook netjes wetenschappelijk getoetst.

Britse onderzoekers onderzochten de relatie tussen slapeloosheid en hallucinaties in twee grote studies in de algemene bevolking (met in totaal 15.983 mensen) en vonden overtuigend bewijs voor deze relatie. Allereerst hingen slapeloosheid en hallucinaties duidelijk samen. Hoe ernstiger de slaapproblemen, hoe groter de kans dat er ook hallucinaties gerapporteerd werden. Er staan veel cijfers in deze publicatie, maar grofweg komt het erop neer dat milde slapeloosheid geassocieerd was met een 2 tot 3 keer zo grote kans op het ervaren van hallucinaties. Bij chronische (en dus ernstige) slapeloosheid was de kans op hallucinaties ongeveer 4 keer zo groot. Deze effecten werden zowel voor visuele (zien) als voor auditieve (horen) hallucinaties gevonden. Maar zo’n bevinding laat nog niet zien of de slapeloosheid het hallucineren veroorzaakt of omgekeerd. Veel stemmenhoorders klagen er bijvoorbeeld over dat ze wakker gehouden worden door de stemmen.

Om deze reden onderzochten de onderzoekers 2.388 mensen nogmaals na 18 maanden. Ze vonden daarbij dat het hebben van slapeloosheid op het eerste meetmoment (terwijl er nog geen hallucinaties waren) inderdaad voorspelde dat mensen hallucinaties ervoeren op het tweede meetmoment.

Sheaves Sleep

Eerder onderzoek toonde aan dat slapeloosheid, naast achterdocht, ook gerelateerd is aan angst en somberheid. En we weten dat zowel angst, somberheid als achterdocht gerelateerd zijn aan hallucineren. Het kan daarom zijn dat de relatie tussen slapeloosheid en hallucinaties verklaard wordt door deze factoren. De onderzoekers vonden echter dat de relatie tussen slapeloosheid en hallucinaties bleef bestaan (hoewel die wel minder sterk werd) wanneer corrigeerden voor angst, somberheid en achterdocht. Dat betekent dat het hallucineren niet alleen maar een bij-effect is van de door slapeloosheid veroorzaakte somberheid, angst en achterdocht.

Deze studie levert interessante inzichten op voor de behandeling van hallucinaties. Mogelijk is het behandelen van slapeloosheid in de algemene bevolking een effectieve manier om hallucinaties te voorkomen. Momenteel wordt er daarom bijvoorbeeld ook een grote studie uitgevoerd naar het verminderen van slapeloosheid bij studenten. Daarnaast is de relatie tussen slapeloosheid en hallucineren dus waarschijnlijk tweerichtingsverkeer, waarbij deze factoren elkaar versterken. Bij patiënten met zowel hallucinaties als slapeloosheid, is het behandelen van de slapeloosheid een interessante nieuwe interventie die mogelijk de hallucinaties vermindert. Dit zal echter eerst onderzocht moeten worden.

Sheaves, B., Bebbington, P. E., Goodwin, G. M., Harrison, P. J., Espie, C. A., Foster, R. G., & Freeman, D. (2016). Insomnia and hallucinations in the general population: Findings from the 2000 and 2007 british psychiatric morbidity surveys. Psychiatry Research, 241, 141-146. Retrieved from Google Scholar.

Artikel