Door Paul de Bont
Een vastgesteld psychose risico op zo’n manier brengen dat de cliënt en naasten er een positieve boodschap uit halen. Een studie naar effecten van positieve reframing van psychose risico.
Wie in EDI of soortgelijke teams werkt, kent allicht het dilemma vanuit de praktijk of literatuurstudies: hoe validerend en helpend het ook is om een risico op psychoseklachten vroegtijdig te detecteren en er mee aan de slag te gaan, de boodschap kan ook angst en stress veroorzaken, afbreuk doen aan iemands zelfbeeld of juist afschrikken om hulp te vragen. En dat willen we niet. Hoe kunnen we dat beïnvloeden?
Positieve framing is een communicatiestrategie die betekenis en besluitvorming stuurt door informatie te presenteren in termen van voordelen (winst/baten/profijt) in plaats van nadelen (verliezen, kosten). Framing –positief en negatief- beïnvloedt welke beslissingen mensen nemen, hun voorkeuren en hun risicobereidheid. Positieve framing is anders dan positieve psychologie (versterken van kwaliteiten en positieve emoties), positieve bekrachtiging (complimenteren, belonen) of positief her-etiketteren/herlabelen (een positief vocabulaire kiezen). Positief framen gebruikt communicatiestrategieën om te beïnvloeden hoe de persoon informatie oppakt en verwerkt.
Eerdere studies van dezelfde onderzoeksgroep toonden al aan dat behandelaren positief geframede feedback hoger waardeerden dan het negatieve frame. Zij wilden deze studie met adolescenten herhalen, en daarbij kwam de extra vraag op, of de context van het psychoserisico nog uitmaakt hoe feedback ontvangen wordt?
De centrale vragen van deze Israëlische studie zijn daarom i) welke effecten een positief respectievelijk negatief feedback-frame over psychoserisico heeft op ervaren stigma, angst, hoop, en de motivatie om hulp te zoeken. En ii) of deze effecten beïnvloed worden door respectievelijk de mate waarin deelnemers psychose-achtige ervaringen hebben, hun geslacht, en hun culturele achtergrond (Arabisch of Joods)?
In deze studie werden 108 adolescenten (15-18 jaar) geworven via social media, een community sample dus. Allen vulden de PQ-B in voor bepaling van hun ervaring met en last van bijzondere ervaringen, zie kader. Zij kregen vervolgens in twee gerandomiseerde experimentele proefpersoon-groepen vanuit een positief respectievelijk negatief frame geacteerde feedbacksessies op video te zien. De negatieve video focuste meer op beperkingen en hinder van psychose risico, de positieve video benadrukte gezondheid-ondanks-risico, beschermende factoren en sterke punten.
PQ-B versus PQ-16
De 21 items tellende Prodromal Questionnaire—Brief Version (PQ-B) is net als de PQ-16 afgeleid van de originele 92 item-Prodromal Questionnaire (PQ).
De PQ-B en PQ-16 zien er hetzelfde uit qua opzet..De inhoud verschilt echter: 9 originele PQ-92- items zitten in zowel de PQ-B als de PQ-16. De overige items verschillen. Het valt opdat er in de PQ-B in tegenstelling tot de PQ-16 meerdere items zitten die overlappen met vragen uit het CAARMS interview, bijvoorbeeld “Have you ever felt that you don’t exist, the world does not exist, or that you are dead?; Do you have strong feelings or beliefs about being unusually gifted or talented in some way?”
Zoals verwacht bleek de positieve-framing video aanzienlijk minder angst en stigma te genereren dan de negatieve-framing sessie. Er waren geen verschillen op de uitkomstmaten behandelmotivatie en hoop. Dat is vermoedelijk gunstig, want een risico van te positief frame had misschien kunnen zijn dat mensen minder motivatie voor verdere help zouden krijgen. Dat bleek dus niet het geval.
Er bleek tegen de verwachting van de auteurs in geen inlvoed te zijn vanuit de PQ-B-score (de hoeveelheid en hinder van ervaren prodromale ervaringen). Er ging enig effect uit van geslacht en cultuur: positieve framing liet sterkere gunstige effecten zien bij mannen en bij Arabische adolescenten.
Er zitten beperkingen aan deze studie, maar de uitkomsten suggereren dat het goed kan zijn om bij een psychoserisico profiel adviesgesprek:
te benadrukken dat iemands geen psychose heeft, dat het knap is dat de cliënt twijfelt en niet 100% zeker is van bepaalde zorgen of waanachtige opvattingen, welke de sterke en gezonde kanten zijn, en hoe die mogelijk ingezet kunnen worden om de gezondheid te versterken en kans op psychose verder te verminderen.
Sol-Nottes, Y., Saqer, S., Roe, D., Mendlovic, S., Nasser, A., & Koren, D. (2025). Positive Reframing of Psychosis Risk is Perceived as Less Frightening and Stigmatising Than Negative Framing by Adolescents With and Without Prodromal Symptoms: An Experimental Simulated Feedback Study. Early Interv Psychiatry, 19(8), e70083. https://doi.org/10.1111/eip.70083