We weten uit moment-tot-moment zelfrapportages (ESM: Experience Sampling Method*) dat psychose symptomen fluctueren over de tijd en dat piekeren en slaapproblemen een voorbode kunnen zijn van deze fluctuaties. In een nieuwe studie werd dit nogmaals bekeken, samen met andere factoren, en bij verschillende doelgroepen.

Deze studie gebruikt gegevens uit een eerder hoofdonderzoek naar een online psychologische interventie voor psychose, te weten EviBaS (een evaluatie van op internet en CGT gebaseerde zelfhulp modules ). De behandelmodules zijn niet alleen gericht op psychotische symptomen, maar ook op potentiele voortekenen van psychose, zoals piekeren, slapen, negatief affect, zelfwaardering, en cognitieve tendensen.

Men wilde met terugkerende metingen het beloop van de voorbodes monitoren, om inzicht te verkrijgen in moment-tot moment effecten van de EviBaS interventie. Ander doel was om die verschillende voortekenen te verbeteren om te zien welke ervan ook daadwerkelijk invloed hebben op psychose symptomen.
De onderzoekers verwachtten:

  • (1) dat de voortekenen meer zouden verbeteren in de interventiegroep dan in de wachtlijstgroep
  • (2) dat er verschillen zouden zijn tussen de twee groepen in het voorspellen van psychose symptomen door de voortekenen
  • (3) dat elk individueel voorteken tijdens de interventie achteraf een voorspeller zou zijn voor psychose symptomen.

In een onderzoeksdesign met een primair traject (klinische psychose symptomen) en een secundair traject (subklinische psychose symptomen) met in beide trajecten een interventie- en een wachtlijstgroep, met respectievelijk 48 en 43 deelnemers (primair) en 18 en 15 (secundair), werden, gedurende 8 weken, in de wachtlijstgroepen een keer per week online zelfrapportages gemeten, en in de interventiegroepen 2 keer per zes dagen. Gemeten werden paranoia, stemmen horen, piekeren, slaap, cognitieve tendensen en negatief affect. 

Geen van de verwachtingen kwam uit. Er waren geen groepsverschillen, noch wat betreft het beloop van de voortekenen, noch wat betreft hun effect op navolgende psychose symptomen. Het enige dat werd gevonden was dat tijdens de interventie piekeren en kwaliteit van slaap voorafgingen aan verhoogde psychose symptomen, waarbij piekeren vooral invloed heeft op paranoia, terwijl slechter slapen voorafgaat aan zowel paranoia als aan stemmenhoren.
Opmerkelijk in deze studie is verder dat juist de modules gericht op piekeren en slapen door de deelnemers het minst werden voltooid. Dat kan erop wijzen dat, in tegenstelling tot wat onderzoek aantoont, patiënten met psychose zelf het belang van minder piekeren en beter slapen in relatie tot hun symptomen onderschatten. Of dat het moeilijke modules zijn om vol te houden en af te ronden.

Een andere onverwachte bevinding was dat negatief affect, zelfwaardering, noch cognitieve tendensen als voortekenen van psychose symptomen werden gevonden. Veel andere studies vinden dat wel, maar dan vaak op langere of juist kortere termijn dan in deze studie bekeken is.

Voor de klinische praktijk betekenen deze resultaten in elk geval dat het loont om piekeren en slaapproblemen gedurende de psychologische behandeling te monitoren, als indicatoren voor zowel positief als negatief behandelbeloop. Of beter nog, om voor deze en andere transdiagnostische factoren specifieke modules te ontwikkelen, met als doel om psychose overtuigingen rondom dreiging indirect te beïnvloeden. Met dat doel is ook in Nederland recent het Feeling Safe-NL-onderzoek van start gegaan!

Ludtke, T., Pfuhl, G., Moritz, S., Rüegg, N.L., Berger, T., & Westermann, S. (2020). Sleep problems and worrying precede psychotic symptoms during an online intervention for psychosis. British Journal of Clinical Psychology, Dec. 10.
Artikel