“Soms lijkt er iets raars te gebeuren met mijn gedachten en dan praat ik ineens anders dan anders…”

Pictogram
ZZD-Formele denkstoornis

 

Ik spring van de hak op de tak!

Wat is het?

Misschien herken je dit wel: tijdens een gesprek raken je gedachten verward, je vindt het dan moeilijk om goed uit je woorden te komen. Soms blokkeren je gedachten of je merkt dat mensen je niet goed kunnen volgen. Ook komt het voor dat je erg associatief bent; je kunt dan moeilijk bij een verhaal blijven omdat je allemaal andere invallen krijgt terwijl je vertelt. Het kan zijn dat je dan last hebt van een formele denkstoornis.

Wat is een formele denkstoornis?

In de psychologie en psychiatrie worden twee vormen van denkstoornissen genoemd , de inhoudelijke denkstoornis en de formele denkstoornis.

Ten eerste de inhoudelijke denkstoornissen. Hiermee bedoelt men dat de gedachten en ideeën zelf verstoord zijn. Vaak gaat het om paranoïde wanen of overwaardige ideeën.

Ten tweede de formele denkstoornissen waarmee bedoeld wordt dat de vorm van het denken verstoord is. Voor de omgeving is het denken of de gedachtegang moeilijk te volgen. Iemand kan bijvoorbeeld te snel denken en spreken, moeilijk te volgen associaties hebben of problemen hebben de gedachten te verwoorden.

Hoe ontstaan formele denkstoornissen?

Formele denkstoornissen zijn deels bepaald door processen in de hersenen zelf en deels door de strategie of interpretatie van de persoon zelf die er last van heeft dat hij zich niet goed kan uitdrukken. Iemand gaat bijvoorbeeld heel snel praten omdat zijn gedachten door elkaar buitelen of iemand gaat heel traag praten om zeker te zijn dat hij niets vergeet te zeggen. Ook drugs en heftige emoties of stress hebben een negatieve invloed op het helder praten. Met een voorbeeld zal ik het duidelijker proberen te maken.

Tom is onzeker en in gezelschap denkt hij vaak dat mensen over hem roddelen. Deze gedachte maakt hem onzeker en angstig. Om zich wat relaxter te voelen blowt hij voor een feestje. Verder probeert hij zo min mogelijk de aandacht op zichzelf te vestigen en gaat hij gesprekjes uit de weg. De spanning en de drugs kunnen er voor zorgen dat zijn gedachten een mengelmoesje worden en hij in een gesprek niet goed uit zijn woorden komt. Tom is dan bang dat men denkt dat hij dom is. Hij besluit voortaan niet meer naar feestjes te gaan. Het sociaal isolement brengt weer meer gepieker op gang en zorgt ervoor dat Tom geen gesprekken heeft die wel lekker gaan.

Wat kun je eraan doen?

Mocht je regelmatig blowen dan kun je proberen dat te stoppen of te minderen.
Verder is het raadzaam om te kijken in welke situaties je vooral last hebt van de mengelmoes in je hoofd. Probeer die situaties eens anders te benaderen dan je gewend bent door bijvoorbeeld assertiever te zijn.

Een voorbeeld: Mariska merkt dat ze soms niets meer te zeggen weet in een gesprek. Haar gedachten stoppen dan even en ze is dan bang dat de ander haar saai of stom zal vinden. Ze is toen goed gaan opletten bij wie ze het wel of niet had. Ook is ze gaan kijken wat er gebeurde als ze expres even stilvalt in een gesprek en zegt dat ze even niet weet waar ze het over had. Dat bleek reuze mee te vallen: haar gesprekspartners hielpen haar zo weer op gang en keken niet verveeld of geïrriteerd.

En tenslotte: neem iemand in vertrouwen over je probleem. Dat kan een vriend of vriendin zijn maar ook een hulpverlener. Je kunt met een hulpverlener uitpluizen wanneer het mengelmoesje in je hoofd precies begint en wat het met je doet.