Door Helga Ising

 

Paranoia komt veel voor bij mensen met een psychose en kan samengaan met verstoorde sociale cognitie – zoals moeite met het begrijpen van anderen, ook wel Theory of Mind (ToM) genoemd. Dit vermogen stelt ons in staat om het gedrag van anderen te voorspellen en begrijpen, en is essentieel voor sociale interactie. CGT helpt bij het verminderen van paranoïde gedachten, maar in de praktijk blijkt het lastig om effect te bereiken op sociale cognitie. Kan virtual reality daarbij helpen?

Recente studies tonen aan dat VR-CGT effectief is in het verminderen van paranoia, het verbeteren van sociale vaardigheden en het terugdringen van achterdocht. Toch is er nog weinig onderzoek gedaan naar de samenhang tussen paranoia en ToM binnen deze behandelingen. Dat is opvallend – want juist het inzicht in die relatie kan ons helpen te begrijpen hoe VR-CGT precies werkt. Een nieuw onderzoek duikt hier dieper in. Wat als de sleutel tot minder wantrouwen… simpelweg begint met beter begrijpen wat er in een ander omgaat?

In een Iraanse studie werd een gerandomiseerde klinische studie gedaan met 60 patiënten (36 mannen, 24 vrouwen) met recent gediagnosticeerde schizofrenie. De deelnemers kregen willekeurig vier sessies toegewezen: ‘traditionele’ CGT of VR-CGT. Alle deelnemers bleven hun antipsychotica innemen. Beide behandelvormen – uitgevoerd door ervaren psychologen – richtten zich op het verminderen van paranoia via exposure, het corrigeren van cognitieve vertekeningen en het afbouwen van veiligheidsgedrag. De VR-omgeving simuleerde een realistische busrit met neutrale avatars – een alledaagse sociale situatie die vaak gevoelens van achterdocht oproept bij mensen met paranoïde klachten.

Voor en na de behandeling werden metingen verricht met behulp van drie instrumenten: PANSS (positieve symptomen), GPTS (paranoia) en ToM test (sociale cognitie). In de ToM-test kregen deelnemers foto’s te zien van uitsluitend de ogen van een persoon. Bij elke foto kozen ze uit vier woorden het antwoord dat volgens hen het best past bij wat die persoon denkt of voelt.

De resultaten zijn veelbelovend. Beide behandelvormen verminderden paranoïde symptomen en verbeterden ToM, maar de vooruitgang was significant groter in de VR-CGT-groep. Zo steeg de ToM-score in deze groep met ruim 44%, tegenover 14% bij CGT. Ook op het vlak van positieve symptomen en paranoïde gedachten scoorde VR-CGT beter. Het effect lijkt toe te schrijven aan de realistische, veilige en gecontroleerde omgeving waarin patiënten sociale situaties kunnen oefenen. Dit verlaagt angst en biedt ruimte om direct achterdochtige of foutieve interpretaties van andermans gedrag te bespreken.

Hoewel de studie weinig drop-outs kende en de therapieën goed werden verdragen (enkel lichte duizeligheid of spanning bij sommige deelnemers), zijn er ook beperkingen. Zo ontbrak een lange follow-up om het blijvende effect van de therapie te meten. Ook waren de avatars in de VR-omgeving niet interactief, wat de sociale leerervaring mogelijk beperkte. Daarnaast werd ToM slechts gemeten met één test, die vooral emotieherkenning toetst en niet het volledige spectrum van sociaal inzicht dekt.

Toch is de bevinding interessant: ToM speelt een cruciale rol in sociaal en maatschappelijk functioneren, en VR-CGT lijkt een veelbelovende manier om juist dit vermogen te versterken. Verdere studies zijn nodig om langetermijneffecten, interactieve VR-mogelijkheden en de rol van ToM in herstel beter te begrijpen.

Monaghesh, E., Davarzani, A., Faramarzi, S. M., Shirvani, S., Ahmadi, S., & Dolatshahi, B. (2025). Virtual reality‑assisted cognitive behavioral therapy improves theory of mind and decreases paranoia in patients with schizophrenia: a randomized controlled trial. Schizophrenia Research. Advance online publication. Artikel