Op zoek naar een verklaring voor het ontstaan van schizofrenie hebben wetenschappers zich verdiept in denkstijlen. Hieruit zijn verschillende denkstijlen naar voren gekomen die lijken samen te hangen met wanen. Overhaast conclusies trekken (jumping to conclusions), sterk vasthouden aan bestaande overtuigingen en geneigd zijn om bewijzen tegen de overtuiging naast zich neer te leggen (bias against disconfirmaroty evidence, BADE) zijn denkstijlen die een belangrijke rol lijken te spelen. Spelen deze denkstijlen ook al een rol in de verhoogd risico fase (UHR) van psychose?

De meerwaarde van het onderzoeken van denkstijlen in de UHR fase is dat je geen effect van medicatie hebt. In de eerdere studies deden namelijk vooral patiënten met schizofrenie mee, die bijna allemaal antipsychotica gebruikten. In deze studie werd uitgevoerd bij 44 UHR patiënten, 28 patiënten met een eerste psychotische episode (FEP) die geen antipsychotica gebruikten, en 38 gezonde controles. De onderzoekers wilden bekijken of er een oplopend effect in de mate van denkstijlen tussen controles, UHR patiënten en FEP patiënten.

In de mate van BADE werd inderdaad een oplopend effect gevonden tussen de groepen.
De FEP groep bleek significant slechter in het integreren van niet-overeenkomstige informatie vergeleken met de UHR groep en de controles. De UHR groep deed het iets beter dan de FEP groep en iets slechter dan de controles, maar dit verschil was niet significant.
Het integreren van informatie die overeenkomt met iemands overtuiging leek ook een oplopend effect te hebben tussen de groepen, alleen werd hierin geen significant verschil gevonden. Verder werden er medium correlaties gevonden tussen BADE en positieve symptomen, desorganisatie, waangedachten en verstoring van het dagelijks leven door wanen. Geen van de correlaties bleven echter staan als er rekening werd gehouden met de hoeveelheid aan testen die werd uitgevoerd.

Hoewel BADE verslechtert tussen controles, UHR en FEP waren de verschillen niet significant wat betreft de UHR groep. Het kan zijn dat de groepen te klein waren. Wat echter meegespeeld kan hebben is de werving van de UHR groep. UHR werd gemeten met de IRAOS, een instrument dat geen rekening houdt met een verslechtering in sociaal functioneren. Wel lijken de resultaten te wijzen op een oplopend effect van BADE tussen de groepen. De UHR groep zou gebaat kunnen zijn bij metacognitieve interventies. Echter, deze metacognitieve interventies op zich hebben geen effect aangetoond in eerder onderzoek bij patiënten met schizofrenie (van Oosterhout, 2014).

Eisenacher, S., Rausch, F., Mier, D., Fenske, S., Veckenstedt, R., Englisch, S., Becker, A., Andreou, C., Moritz, S., Meyer-Lindenberg, A., Kirsch, P. & Zink, M. (2016). Bias against disconfirmatory evidence in the ‘at-risk mental state’ and during psychosis. Psychiatry Research, 238, 242-250.

Artikel

Van Oosterhout, B., Krabbendam, L., De Boer, K., Ferwerda, J., Van der Helm, M., Stant, A. D., & van der Gaag, M. (2014). Metacognitive group training for schizophrenia spectrum patients with delusions: a randomized controlled trial. Psychological medicine, 44(14), 3025-3035.