Van antipsychotica weten we dat zij bijwerkingen hebben op het seksuele functioneren en dat veel mensen met psychose daar last van hebben. Maar hoe zit dat bij mensen met een (eerste) psychose of met UHR die (nog) géén medicatie innemen? Een Spaans-Portugese onderzoekgroep zocht dat voor ons uit.
Men deed een systematische review naar Engelstalige studies uit de periode 1994-2019 over seksueel functioneren bij mensen met psychose die geen medicatie gebruikten. Uit een totaal van 734 gevonden studies bleken uiteindelijk slechts 5 studies geschikt voor nadere analyse. Het ging in totaal over 770 mensen met schizofrenie (in 4 studies), psychotische stoornissen (1), eerste psychose (4) of UHR (1).
De vijf studies (uit India, Egypte, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, en Oostenrijk-Hongarije) verschilden nogal van elkaar, o.a. in aantal deelnemers met psychose (resp. 100, 50, 19, 68 en 570) in leeftijdsgroep, in gender (2 studies met 100% mannen), en in resultaten.
Ook assessment van seksueel functioneren verschilde per studie, respectievelijk met de Derogatis Inventory for Sexual Function (DISF-SR), de Sexual Function Questionnaire (SFQ), Face-to-Face interview, International Index of Erectile Function scale (IIEF) en de Arizona Sexual Experience Scale (ASEX).
Met die metingen werden verschillende seksuele problemen in kaart gebracht, zoals hypo-actieve seksuele stoornis, premature ejaculatie, erectie stoornis, orgastische disfunctie, seksuele cognitie, of problemen in het seksueel verlangen, in de opwinding of in de tevredenheid over het orgasme
De prevalentie van seksuele disfuncties bij psychose in deze review is 16.8% tot 70%. Deze grote verschillen in percentage kunnen worden verklaard door de verschillen in steekproef selectie en in de seksuele assessment criteria. Bij de UHR-groep, die in één van de 5 studies werd onderzocht, was de prevalentie 50% en van de mensen uit die UHR-groep die een transitie doormaakte naar een eerste psychose (35%) was dat percentage nog veel hoger (83% versus 42% bij de non-transitie groep, en 21% bij de gezonde controlegroep).
In het algemeen kan men stellen dat seksuele problemen een forse impact hebben op mensen die een eerste episode psychose doormaken of een UHR-status hebben, voorafgaande aan medicatie, en dat mensen met psychose meer seksuele disfuncties hebben dan de algemene populatie. Die problemen bestrijken alle seksuele domeinen, zoals verlangen tot orgasme.
Met betrekking tot de associatie tussen psychopathologie en seksuele disfunctie vond men dat negatieve en algemene symptomen (inclusief depressie) sterk geassocieerd zijn aan alle dimensies van seksueel disfunctioneren, terwijl positieve symptomen in de meeste studies geen significante verbanden hebben met seksueel functioneren.
Ofschoon er de nodige kanttekeningen te maken zijn bij deze eerste systematische review naar seksuele disfuncties bij patiënten die geen medicatie gebruiken (studies zijn schaars, heterogeen, kleine steekproeven, ongelijke gender verdeling, e.a.) doen de onderzoekers wel enkele suggesties en aanbevelingen. Zo suggereren zij het bestaan van mogelijke gemeenschappelijke etiologische (psychosociale en neurobiologische) routes tussen psychotische symptomen en seksuele disfuncties.
Maar vooral benadrukken zij het belang van assessment van seksueel gedrag als standaard onderdeel van psychiatrisch onderzoek in de klinische praktijk, ook bij mensen met UHR.