Bijzondere ervaringen bij jeugd

Werkboek

Podcast: Bijzondere ervaringen bij jongeren

De VGCt heeft een prachtige podcast gemaakt. Mieke Ketelaars gaat in gesprek met Yvonne de Jong en Bert Dorresteijn over dit werkboek!


Pictogram
Werkboek Bijzondere Ervaringen Jeugd
Pictogram
Sessieformulier Start (WBE-J)
Pictogram
Sessieformulier Eind (WBE-J)
Pictogram
Extra Formulier (WBE-J)

Instructies Protocol Bijzondere Ervaringen bij Jeugd

Pictogram
Instructie protocol Bijzondere ervaringen bij jeugd

Volg de stappen zoals beschreven in het protocol. Waar nodig, is een toevoeging geschreven om met het Werkboek bijzondere ervaringen bij jongeren te werken. Lees het werkboek vooraf door, zodat je bekend bent met de gebruikte termen zoals ‘denk- en doe valkuilen’ en doe vast inspiratie op met de voorbeelden. In het werkboek is er in boxen uitleg van de professor te vinden, waar uitleg wordt gegeven over de werking van de hersenen. 

Stap 1 Introductie 

  • In het werkboek voor jongeren is gekozen voor de term ‘bijzondere ervaringen’ in plaats van ‘buitengewone ervaringen’. De ervaringen komen bij jongeren namelijk regelmatig voor en zijn daarom gewoon en niet buitengewoon. De term bijzondere ervaringen is ontschuldigend, wordt makkelijker uitgesproken en wordt in Nederland veel gebruikt. 
  • Bij het werken met jongeren is het belangrijk om in je houding vanaf het eerste moment te laten merken dat bijzondere ervaringen heel normaal zijn en de jongere hierin alles met je kan bespreken. Het kan helpen wat voorbeelden van bijzondere ervaringen te noemen, zodat de jongere zich daarin herkent. 
  • Sluit aan bij de belevingswereld van de jongere, die in ontwikkeling is en druk is met leeftijdgenoten, ouders, school en/of bijbaan. Ga open het gesprek aan en wees nieuwsgierig. Pas op met subtiele ontkenningen, wees ook niet te belerend, neem de jongere serieus. 
  • Zorg dat je op de hoogte bent van al bekende informatie over de jongere. We gaan er vanuit dat er bij de jongere sprake is van UHR, vastgesteld met de CAARMS. De CAARMS is een belangrijke diagnostische en effectmaat.
  • Print het werkboek Bijzondere ervaringen bij jongeren voor de jongere uit (te downloaden via www.gedachtenuitpluizen.nl) of mail het aan ze. Zorg ook voor een map waar de jongere alle formulieren in kan bewaren of spreek af dat ze dat zelf in een digitale map opslaan, bijvoorbeeld op hun telefoon. De volgende formulieren horen bij het werkboek CGT-UHR jeugd:
    • Sessieformulier start jeugd
    • Sessieformulier eind jeugd
    • Signaleringsplan jeugd
  • Zorg er voor dat de DACOBS (vanaf 16 jaar), BDI (vanaf 13 jaar) of CDI-2 (zowel door ouders als jongeren in te vullen), PSP (vanaf 18 jaar), BHS (vanaf 17 jaar) en eventuele andere lijsten die therapeut en jongere handig vinden, kunnen worden afgenomen.
  • Je stelt vast of er enige motivatie voor behandeling is. Ga ook na of de jongere aan de voorwaarden voor de behandeling wil voldoen. Zorg dat ouders en andere belangrijke naasten op de hoogte zijn van wat de behandeling in grote lijnen inhoudt en dat zij weten bij wie ze terecht kunnen wanneer ze vragen hebben. Spreek af hoe de naasten betrokken worden bij de behandeling.
  • Ga ook na of er duidelijkheid is bij de jongere en ouders over de praktische afspraken (halen/brengen, afspraken onthouden, geoorloofd verzuim van school, eventueel herinneren aan thuis oefenen). 

Stap 2 Pre-assessment met meetinstrumenten. 

  • Houd er rekening mee dat de lijsten zijn gevalideerd voor verschillende leeftijden. In overleg met de jongere kunnen andere lijsten afgenomen die relevant zijn in het kader van de klachten die de jongere rapporteert.
  • Afname vragenlijsten:
    • Geef uitleg over de vragenlijsten:
      • De DACOBS (vanaf 16 jaar) is een vragenlijst over manier van jouw denken.
      • De PSP (vanaf 18 jaar) is een schaal voor hoe het algemeen met je gaat
      • De BDI (vanaf 13 jaar) is een vragenlijst naar depressieve klachten of CDI-2 (vanaf 8 jaar, zowel door ouders als jongeren in te vullen).
      • De BHS (vanaf 17 jaar) is een vragenlijst over hoop. 
      • Andere vragenlijsten die jongere en therapeut handig vinden
      • De r-GPTS (vanaf 14 jaar, een vragenlijst naar achterdocht)

Stap 3 Normaliserende psycho-educatie

Bijzonder is normaal

  • Lees de informatie en voorbeelden uit het werkboek. Herhaal indien nodig en leg de nadruk op het regelmatig voorkomen van bijzondere ervaringen bij jongeren. Bijzondere ervaringen komen vaak voor en 40% van de jongeren heeft zelfs regelmatig een bijzondere ervaring, bij 80% verdwijnen deze weer. Dat zijn ongeveer 12 jongeren per schoolklas. Onderling spreken jongeren weinig over deze ervaringen. Houd rekening met schaamte of angst. Geef voorbeelden die bij de klachten van de jongere passen. Bespreek dat de puberteit en jongvolwassenheid over het algemeen een tijd is die stress en spanning met zich meebrengt.
  • Jongeren zijn gevoelig voor de mening van leeftijdgenoten. Besteed daarom aandacht aan het breed voorkomen van bijzondere ervaringen. 
  • Bij verhoogde stress en emoties is het normaal dat bijzondere ervaringen vaker voorkomen.
  • Belangrijk: 
    • De jongere is niet gek! 
    • De jongere heeft last van de bijzondere ervaringen, omdat de jongere zich er zorgen om maakt en daarom ook sterker reageert op de ervaringen. 
    • Het doel van de behandeling is dat de lijdensdruk in het hier en nu afneemt, waardoor ook de kans kleiner wordt dat de ervaringen in de toekomst het leven van de jongere gaan overheersen en er ernstigere problemen ontstaan. Leg uit hoe cognitieve gedragstherapie werkt. Gebruik hierbij het filmpje:
  • Gedachten Uitpluizen: Wat is CGT? – YouTube. Zie ook QR code

  • Dopamine:
    • Sluit bij de uitleg over de werking van dopamine aan bij het ontwikkelingsniveau van de jongere. De boxen waar de professor bij staat geven aan dat er ingewikkelde uitleg volgt. We leggen aan jongeren uit m.b.v. voorbeelden uit het werkboek hoe dopamine uit balans kan raken en je voor de gek kan houden. Maak de koppeling met de eigen situatie van de jongere.
    • Leg daarna kort uit hoe erfelijkheid, stress, trauma’s, buitensluiten of andere pestervaringen, drugs en psychose ervoor kunnen zorgen dat dopamine uit balans raakt.
    • ZZD Dopamine en Psychose – Gedachten Uitpluizen. Zie ook QR code

  • Aanvullende Psychoeducatie:
    • Bespreek hoofdstuk 4 uit het werkboek: Hoe voorkom je dat je vastloopt in bijzondere ervaringen? Neem de tijd om de punten van 4.2 te bespreken en maak deze concreet voor de jongere.
    • In hoofdstuk 5 worden cognitieve tendensen besproken, deze noemen we Denk- en doe valkuilen.
  • Leefstijladviezen:
    • Leg uit dat de adviezen worden gegeven omdat gezond leven de kans verkleint op het verergeren van de klachten of het ontstaan van andere klachten. Betrek waar mogelijk ook de ouders en hun leefstijl, om een gezonde leefstijl te stimuleren.
    • Ga na of de jongere bekend is met drugsgebruik. Benoem dat drugs de bijzondere ervaringen kunnen veroorzaken en verergeren. Leg uit dat stoppen met gebruik kan helpen om de ervaringen niet erger te laten worden. 
    • Een regelmatig dag/nachtritme is van belang.
    • Jongeren tussen 13- 16 jaar hebben zo’n 9 uur slaap per nacht nodig.
  • Sociale media
    • Jongeren tot 26 jaar besteden gemiddeld 4 uur per dag aan sociale media. Het is een mooie plek voor jongeren om sociaal contact te hebben, te oefenen met verschillende rollen en er is volop ruimte voor identiteitsontwikkeling. Circa 44% van de jongeren tot 26 jaar ziet sociale media als belangrijkste nieuwsbron. Er is makkelijk informatie te vinden wanneer de jongeren zorgen of klachten hebben, wat erkenning, geruststelling en verbinding kan geven.
    • Tegelijkertijd zijn er ook negatieve kanten aan het gebruik, maar het verband tussen sociale media gebruik en psychisch welzijn is zeer complex. Geef aandacht aan de hoeveelheid tijd die aan sociale media wordt besteed en welk effect dat heeft op de jongere. Vooral voor hoogfrequente gebruikers lijkt sociale media nadelen te hebben (minder tijd off-line relaties, negatieve invloed op zelfbeeld en lichaamsbeeld.

Stap 4 G-schema’s 

  • In stap 4 worden met G-schema’s registraties gemaakt van situaties die angst oproepen. Hierbij worden ook gedachten, emoties en gedragingen opgeschreven.
  • Daarnaast krijgt de jongere in deze fase meta-cognitieve training gericht op het bewust worden en leren hanteren van cognitieve tendensen. In het werkboek voor jongeren spreken we hierbij over Denk- en doe valkuilen en hebben we de formele termen weggelaten. Deze stap omvat ongeveer 6 sessies.

Stap 5 Probleemformulering en behandeldoelen

  • Het zou kunnen dat de voorgaande stappen voldoende zijn voor de jongere. De jongere heeft minder lang de tijd gehad om overtuigingen op te bouwen dan volwassenen dat vaak jarenlang doen. Jongeren staan vaak meer open om te leren en informatie van volwassenen aan te nemen, omdat dat nog bij hun levensfase past waar zij dagelijks met ouders en docenten in contact komen.
  • Neem de meetinstrumenten (let op de leeftijden) nogmaals af om te zien of er een verbetering is. Als de jongere verdere behandeling niet nodig vindt, geef daar dan de ruimte in en plan eventueel een follow up om te zien hoe het gaat. Zorg dat hierbij ook met ouders wordt afgestemd.
  • Als er nog wel klachten zijn waar de jongere aan wil werken, ga dan over tot stap 5. In deze stap maak je met de jongere een probleemformulering en worden de behandeldoelen gemaakt. Hierbij gebruik je de informatie die je al eerder hebt verzameld. Gebruik de taal die de jongere zelf gebruikt en ga na of jullie hetzelfde verstaan onder de opgeschreven doelen. De probleemformulering en doelen geven richting aan stap 6.

Stap 6 Gedragstherapeutische interventies

  • Deze stap duurt 6 tot 12 sessies. Betrek waar mogelijk naasten om samen te oefenen. 

Stap 7 Post-assessment 

  • Herhaal de meting met de meetinstrumenten.

Stap 8 Wat is er geleerd en terugvalpreventie

  • In deze stap onderzoek je samen met de jongere wat er geleerd is en ga je na hoe de jongere dit vast kan houden in toekomstige situaties. Gebruik hierbij het signaleringsplan, stem af met ouders en betrek naasten. 

Stap 9 Boostersessies

  • De jongere mag gebruik maken van boostersessies, maak hier afspraken over. 

 

Wat is CGT Dopamine

bbb

Zo-zit-datjes

ZZD-jes zijn beknopte teksten over psychose en daar aan verwante onderwerpen. We leggen daarin moeilijke onderwerpen in eenvoudige taal uit, op een zelfde manier als we dit tijdens de therapie doen. We hebben ze waar mogelijk gebaseerd op de wetenschap, aangevuld met ons gewone gezond verstand.
Deze ZZD-jes zijn gemaakt om aan je cliënten mee te geven, zodat ze deze informatie thuis nog eens rustig kunnen nalezen. Maar ze zijn ook geschikt voor hun familie of andere geïnteresseerden in hun omgeving.

De ZZD-jes zijn vrij te downloaden. Doe er je voordeel mee (en die van je cliënt)!

Relevante overige downloads