SlowMo therapie is ontwikkeld als aanvulling op CGTp om de effectiviteit ervan te vergroten. Het is gericht op cognitieve tendensen die achterdocht in de hand werken. Deze tendensen versnellen het redenatieproces waarmee we gebeurtenissen in ons dagelijks leven interpreteren en verklaren. Bijvoorbeeld bij jumping to conclusions springt men snel naar conclusies op basis van weinig informatie. Het zou dus kunnen helpen om deze redenatieprocessen wat te vertragen.

SlowMo richt zich met name op de starheid van overtuigingen. Dit is de neiging om vast te houden aan een overtuiging zonder alternatieve verklaringen te overwegen. Bij SlowMo wordt mensen geleerd om zich bewust te worden van hun snelle, niet behulpzame redenatieprocessen. Vervolgens worden mensen geholpen om even te vertragen om manieren te bedenken om zich veiliger te kunnen voelen.

SlowMo bestaat uit 8 geprotocolleerde individuele face-to-face sessies van 60 tot 90 minuten. Naast deze sessies kunnen patiënten gebruik maken van een app met interactieve functies. Patiënten hebben zo de beschikking over informatie, geanimeerde vignetten, spelletjes en gepersonaliseerde tekstballonnetjes. Deze app kan worden geïnstalleerd op een laptop en is te synchroniseren met een smartphone.

Het hier beschreven onderzoek beoogt vast te stellen wat het effect is van SlowMo op paranoia en op onderliggende mechanismen van redeneren. Dit is onderzocht in een gerandomiseerde klinische studie met twee groepen. Een groep proefpersonen kreeg SlowMo therapie plus de gebruikelijke behandeling (TAU) voor paranoia. De andere groep kreeg alleen de TAU. De 8 sessies SlowMo therapie vonden in een periode van 12 weken plaats. De onderzoekspopulatie bestond uit 362 volwassenen met een schizofreniespectrumstoornis die langer dan 3 maanden last hadden van achterdocht. De primaire uitkomstmaat was de mate van achterdocht die deelnemers zelf rapporteerden, 24 weken na de start van het onderzoek, gemeten met de Green et al Paranoid Thought Scale (GPTS) totaalscore. Secundaire uitkomstmaten waren GPTS-totaalscore op 12 weken en GPTS-deel A (betrekking ideeën) en deel B (achtervolging) scores, de Psychotic Symptom Rating Scales (PSYRATS Delusion subscale), redeneren (flexibiliteit van overtuiging, mogelijkheid om je te vergissen [Maudsley Assessment of Delusions]) en jumping to conclusions (Beads Task).

Uit de resultaten komt naar voren dat SlowMo therapie geen significante verbetering toonde op de primaire uitkomstmaat (de mate van achterdocht na 24 weken). Wel zagen de onderzoekers een positief effect op paranoia op de secundaire uitkomstmaten. De flexibiliteit in overtuigingen verbeterde en verder bleek dat de mogelijkheid om je te vergissen verandering in paranoia medieert. Interessante bevinding daarbij is dat jumping to conclusions weinig bijdraagt aan verandering. Het lijkt erop dat deze redeneerstijl weinig verandert in de loop der tijd. Ook piekeren medieert paranoia. Piekeren op zichzelf is geen behandeldoel binnen SlowMo, maar SlowMo bevat wel een aantal interventies die hierop zijn gericht. Hierdoor zou het kunnen zijn dat een deel van de werkzaamheid van SlowMo samenhangt met het verminderen van piekeren.

Belangrijkste beperking van het onderzoek is dat er niet gecontroleerd is voor de tijd die deelnemers met een therapeut doorbrachten tijdens SlowMo. Dat betekent dat de bevindingen niet enkel met de therapie samen zouden kunnen hangen, maar ook met het feit dat deelnemers überhaupt een therapeut zagen. Sowieso valt op dat de TAU in het artikel in zeer algemene termen wordt beschreven, terwijl SlowMo wordt neergezet als aanvulling op CGTp. De indruk wordt gewekt dat SlowMo regelmatig werd aangeboden zonder dat CGTp plaatsvond.
Kortom, SlowMo is een goede poging om redeneerstijlen te beïnvloeden en kan mogelijk bijdragen aan verandering van cognitieve tendensen, maar het zou mooi zijn als het echt zou kunnen worden onderzocht als aanvulling op CGTp.

Garety, P., Ward T., Emsley, R., Greenwood, K., Freeman, D., Fowler, D., …Hardy, A. (2021). Effects of SlowMo, a blended digital therapy targeting reasoning, on paranoia among people with psychosis: A randomized clinical trial. JAMA Psychiatry, Apr 7, E1-E12.
Artikel

Rectificatie SlowMo

In de vorige nieuwsbrief vertelden we over de SlowMo trial. Aan dat nieuwsbericht willen we graag nuances aanbrengen. Omdat we door enkele foutjes en een te eenzijdige focus een onvoldoende gebalanceerd beeld hebben gebracht.

(1) Er staat dat SlowMo als aanvulling op CGT ontwikkeld is, maar dat is niet zo. Het is totaalpakket; een op zichzelf staande ‘blended’ CGT-interventie (incl. protocol) met zowel face to face contact alsook ondersteuning door een uitgebreide webapplicatie met o.a. games, animaties, en gepersonaliseerde ‘gedachte-bubbels’. Dit laatste veelal om de therapie ook in het dagelijkse leven van patiënten te laten plaatsvinden. Het is dus bewust niet getest als eventuele aanvulling op reguliere CGTp.

(2) Er stond dat de trial geen effect had op de primaire uitkomstmaat na 24 weken. Dat is inderdaad zo, maar we rapporteerden dit te eenzijdig. Namelijk: het significantie-niveau was op het randje (p=0.06) en bij 12 weken was het effect op de primaire uitkomst wel statistisch significant. Bovendien was er bij 24 weken een sterk significant effect gezien op de 2e paranoia-maat: paranoia-ernst zoals gemeten met een klinische observatie-schaal (p=0.001). Ook mechanismen lieten significante verbeteringen zien, zoals inflexibiliteit in het denken. Afname in zowel piekeren als inflexibiliteit verklaarde bovendien het gevonden effect op paranoia.

SlowMo heeft in deze studie een eerste belangrijke test doorstaan. De effect-sizes waren niet heel groot, maar veelal wel significant. Bovendien was het aantal sessies ook gering. De studie bevestigt tenslotte enkele van de beoogde mechanismen van de interventie.

De digitale aspecten van SlowMo zijn de toekomst. Dergelijke hulpmiddelen maken therapie een beter op het individu toegespitst proces, en brengt het in dagelijkse leven van de cliënt.