Heb je thuis een puber in de bank hangen?

En als die gaat hallucineren, is-ie dan meteen at risk voor ernstiger psychische klachten op latere leeftijd?

Bankhanger

Dat hallucinaties trans-diagnostisch voorkomen—niet alleen bij de psychotische stoornissen—is bekend. En ze komen ook voor als betrekkelijk losstaand symptoom, bijvoorbeeld bij kinderen en jongeren (adolescenten). Er is nogal discussie of jongeren die hallucineren een verhoogd risico hebben op het ontwikkelen van bijvoorbeeld psychotische stoornissen. Of andere ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA). Vijf studies hebben hier onderzoek naar gedaan en tezamen wekken ze zeker de indruk dat dit verband bestaat: adolescenten die hallucineren hebben later meer kans op psychose/EPA, tot wel 16 keer meer kans, volgens één van die studies. Maar deze vijf studies hebben serieuze gebreken qua opzet en range van gemeten psychiatrische klachten en leeftijden/frequenties van hallucineren.
Een nieuwe studie onderzocht daarom bij 766 proefpersonen het verband tussen wel of niet hallucineren op 14- en 21-jarige leeftijd, en later psychopathologie, te weten psychotische stoornissen, overige EPA (een hele range van DSM-IV-classificaties) en in het bijzonder ook suïcidaliteit. Ook bestudeerden de onderzoekers of blijvende/repeterende hallucinaties anders doorwerkten dan ‘single period’ hallucinaties. Ze maakten drie groepen proefpersonen. De eerste groep bestond uit 321 mensen die noch op 14- jarige noch op 21-jarige leeftijd hallucinaties hadden. Dan waren er 455 proefpersonen die alleen hallucinaties rapporteerden toen ze op hun 14e getest werden. En 140 proefpersonen rapporteerden hallucinaties op zowel hun 14e als hun 21e levensjaar.

De resultaten laten zien dat repeterende hallucinaties (14 en 21 jaar) de kans op latere psychopathologie aanzienlijk vergroten. De kansen zijn vergroot voor psychose (OR=8.8), middelenmisbruik (OR=2.3) en het doen van suïcidepogingen (OR=7.1). Verhoogde kansen op andere EPA verschillen voor diverse aandoeningen, bijvoorbeeld wel verhoogde kans op paniekstoornis of specifieke fobie, maar bijvoorbeeld weer niet op depressie, PTSS of dwang.

De groep die alleen op hun 14e hallucinaties rapporteerde heeft geen verhoogde kans op psychosen of EPA, maar wel een licht verhoogde kans op suïcidepogingen (OR=2.6).

alles-komt-goed

Het maakt dus prospectief echt wel veel uit of iemand ‘slechts’ als puber heeft gehallucineerd, of dat dat hallucineren zich herhaalt tot in de volwassenheid. Voor de klinische praktijk betekent dit dat er geen groot alarm hoeft te worden geslagen als een jongere eens hallucineert! En nogal wat jongeren maken dit mee, dus dit is een geruststelling. Anderzijds, als hallucinaties zich herhalen (tot) in de volwassenheid, dan zijn wellicht voorzorgsmaatregelen nodig om nog ernstiger problemen te helpen voorkomen.

Connel M. et al. Hallucinations in adolescents and risk for mental disorders and suicidal behavior in adulthood: prospective evidence from the MUS…, Schizophr. Res. (2016). Artikel